Ik ben geloof ik niet zo vaak zenuwachtig. Zet me bij Koffietijd en ik vind het meer gezellig dan eng. Nu is het daar ook vreselijk gemoedelijk, maar toch. Maar gisteren en eergisteren vlogen de kriebels door mijn buik. Want nu ineens draaide het om mij. Ik zat daar in de royal suite van het Amstel en speciaal voor mij kwamen er allemaal dierbaren uit het vak. En oh ja, die zouden dan mijn boek bekijken en wat zouden ze daar dan wel van vinden?
Als eerste kwam Manon Meijers. Op babybezoek, zoals ze het zelf noemde. Ze had geliefde Guus gevraagd naar de beste bakker van Tilburg voor beeldschone chocolaatjes, maar die dacht dat ze een bakker zocht voor worstenbroodjes. Dus waar ze terechtkwam waren de broodjes iets beter dan de chocolaatjes, maar het was én een goed verhaal, én die chocolaatjes waren zalig, kan ik je vertellen. Heb ik ’s avonds na een intensieve dag heerlijk met mijn geliefde gegeten.
Daarna kwamen mijn lievelingshoofdredacteuren. Esther van JAN, Ellen van LINDA. (adjunct, maar dat maakt voor mij niet uit), Marie Nanette van Vogue Living en Claudia van Nouveau. Met hen heb ik veel, heel veel momenten in vijfsterrenhotels doorgebracht dus het was, ondanks corona, een feest om elkaar te zien. Een glas champagne heffen op het goede leven en genieten van dat beeldschone Amstel Hotel.
Jochem, de pr-held van de uitgeverij, klopte alweer op de deur omdat de volgende gaste op me wachtte. Mijn hoofdredacteurenvriendinnen weekten zich met moeite los van de comfortabele sofa en zetten hun gesprek voort op het terras. Renate Gerschtanowitz kwam binnen. Als altijd geweldig gekleed, dit keer in gouden two-tone schoentjes van Chanel, een te coole jeans met een split aan de binnenkant (‘Had ik natuurlijk best zelf kunnen bedenken bij een broek, maar ik heb hem zo besteld’) en een prachtig vanillekleurig jasje. We spraken over boeken, onze honden (Renate knipt hem tegenwoordig zelf), grote kinderen en thuis werken. En toen, toen stonden er ineens drie meisjes voor de deur. Waarvan er twee van mij waren. Bracha van Doesburgh was daar met haar Sophia en mijn Bel en Igoné. We aten macarons, mijn Iggy las voor, de meisjes speelden verstoppertje in de suite (die 150 m2 is dus dat lukte wel) en hielden een kussengevecht op het bed. Of dat niet heel erg stout was, vroegen ze. Ik zei dat de Rolling Stones hier hebben geslapen dus dat het hotel wat dat betreft wel wat gewend was.
Toen werd er weer op de deur geklopt. Beau van Erven Dorens gluurde om het hoekje. Met een bronzen beeld dat hij natuurlijk uit de gang van het hotel had meegenomen, ik ken mijn pappenheimers. Hij las voor, mijn meisjes gierden van de lach (want zijn verhaal ging zal ik maar zeggen niet helemaal gelijk op met wat er in het boek stond) en we daalden af naar het terras voor wijn en bitterballen.
Terwijl we daar herinneringen ophaalden (‘Beau heeft nog gezien dat papa en ik verliefd op elkaar werden’) hoorde ik een ferm: ‘Joehoe!’ en daar kwamen Anouk Smulders en haar dochter Bo aanlopen. Weer wijn, weer bitterballen, weer lachen en herinneringen en toen was het tijd voor een duik in het zwembad. De meisjes dan, want Anouk had nog avonddienst bij Shownieuws. Uitwuiven tot we ze niet meer zagen vanaf het bordes van het Amstel, onze meisjes naar huis gebracht en toen met z’n twee neergestort op het allerzachtste bed en de meest crispy lakens ooit van het Amsterdamse Amstel Hotel. Dat was dag 1, nog een te gaan.
En ja, wil je ook Cleo & Bast bestellen? Klik dan hier maar, dan heb je het morgen.