Zaterdagavond is tegenwoordig voor Kolonisten van Catan. Of andersom. Onder begeleiding van 30 Seconds, Monopoly of Ticket to Ride transformeert iedereen langzaam in zijn of haar inner-gamer. Want we zitten allemaal anders in de race. Van de betweter die als een Björn Kuipers het potje Risk leidt tot de spek-en-bonen-speler die elke ronde wakker geschud moet worden. Deze soorten spelers zitten er aan iedere gametafel bij:
Gênant fanatiek
Ik trap af met mijn eigen spirit-spelspeler. De ”het is maar een spelletje-‘spreuk geldt niet voor mij. Ik kan aardig gek worden als niemand mijn omschrijving van een PlayStation of de Renaissance raadt. En ik weet het: harder praten heeft geen zin.
De valsspeler
Is non-stop bezig met kaartjes wegmoffelen in zijn sok (zijn sók inderdaad) en de dobbelsteen op zes leggen. Bloedirritant.
De betweter
Deze mensen slapen met de Monopoly-spelregels onder hun kussen. Onenigheid ontstaat meestal ook tussen de valsspeler en de betweter.
De slechte verliezer
Dat zijn de spelers die roepen: ‘maar jij kent alle kaartjes uit je hoofd!’ na een verloren potje 30 Seconds. Of die de dobbelsteen net te hard tegen je Monopoly-straat knallen. Flauhauw.
De voor-spek-en-bonen-speler
Die heeft zich onder groepsdruk laten overhalen en zit nu met een onverschillig koppie te Mens-Erger-Je-Nieten. De voor-spek-en-bonen-speler’ kenmerkt zich door met alles bezig te zijn behalve met het spel. Dat haalt de vaart er ook zo lekker uit. Meh.
May the best win.