Als je mij en mijn twee zussen op een rijtje zet, dan valt de gemiddelde vreemdeling maar één ding op: we lijken amper op elkaar.
In de verste verte zul je niet zeggen dat we zo’n 50% van ons DNA delen. Dat we bloedverwanten zijn. En bovendien tig jaar samen zijn opgegroeid en dus ook onze nurture delen. Er is een duidelijke verdeling: ik ben een kopie van mijn pap, mijn zussen zijn veel meer mijn moeder. Ook qua doen en laten, hoor, niet alleen qua looks. Het maakt mij niet uit op wie ik meer lijk. Dol op mijn vadertje én mijn moedertje. Maar nu blijkt dat ik geluk heb, met dat die lookalike van di papa. Want kinderen die meer ‘papa zijn’ dan ‘mama’ zouden gezonder zijn.
Huh, hoe zit dat? Het begint allemaal bij de tijd dat je nog een baby’tje bent. Als je als kleintje al meer op je vader lijkt, dan ben je een jaar later een gezondere peuter. Dat heeft een logische verklaring. Vaders willen bij het verzorgen van hun kind graag herkenning zien, zodat ze ‘zeker weten’ dat zij de biologische vader zijn van het kind. Ook al weten ze dat ergens al zeker, dan nóg. Ze willen dagelijkse bevestiging, van ja, verrek, dit is mijn nageslacht. Dat gaat alleen vanzelf als ze hun neus terugzien, hun ogen of hun mondje. Daar worden ze gelukkig van en dat uiten ze weer in hun gezin. Onbewust besteedt de man dan meer aandacht aan zijn kroost en dat werpt belangrijke vruchten af. Zo blijkt uit onderzoek dat vaders gemiddeld 2,5 dag per maand meer aan een dochter of zoon besteden als diegene op hem lijkt. Ze gaan er vaker mee op pad, doen er vaker leuke dingen mee en brabbelen de hele dag zoete woordjes tegen hun kiddies. Die jonge kinderen die al die aandacht kregen van hun papaatjes waren later in hun leven minder vaak ziek en hoefden ook minder vaak naar het ziekenhuis. Sorry, zusjes.
Gelukkiger is er ook goed nieuws voor iedereen die niet zo op zijn of haar vader lijkt, want een papa hebben in je jeugd doet al een hele hoop goeds. Een betrokken vader maakt kinderen gelukkiger dan kinderen die opgroeien zonder vaderfiguur. Ze doen het beter op school en komen minder vaak in aanraking met criminaliteit. Dat komt omdat moeders vaak een beschermende rol hebben bij het opvoeden. Vaders zorgen er juist voor dat kinderen voorbereid worden op de buitenwereld, met respect voor gezag opgroeien en dat ze serieuzer denken aan hun toekomst. Daarom zijn dochters van vaders bijvoorbeeld vaker hoog opgeleid dan dochters die geen vader aan de eettafel hebben zitten.
Kortom, een fijn vaderfiguur maakt je niet alleen gelukkiger, maar ook gezonder. Dus pap, ik wist het al hoor, maar toch bedankt voor het feit dat je er altijd voor je dochters was. En nog steeds bent. Want hoe volwassen we ook zijn, een vader hebben we altijd nodig. Dat is misschien niet wetenschappelijk onderzocht, maar dat zeg ik toch maar gewoon. Ervaringsdeskundige, dat idee.
FACTS
- Slechts 2 procent van de kinderen groeit alleen op bij een vader
- Zeker pubers wonen vaker bij hun moeder: 1 op de 4 woont bij de vader
- Mannen met kinderen verdienen 40% meer dan mannen zonder kinderen